Raapwerk
Raapwerk
Onder raapwerk wordt verstaan dat wanden vaak op de kale steen dikker (tot 4 a 5cm) gestucadoord worden . Vaak wordt raapwerk toegepast om grove oppervlakten [gemetselde] wanden en plafonds met een betrekkelijk dikke laag gipsmortel vlak en strak te maken of om op een bepaalde maat te komen, bijvoorbeeld in badkamer en keuken de wanden haaks en waterpas te verkrijgen t.b.v. het aan te brengen tegelwerk. Met raapwerk is het mogelijk om scheve muren of plafonds weer recht te maken ook uitrapen genoemd.
Het is dus een uitvlaklaag die tot doel heeft de onderliggende draagconstructie uit te vlakken of te egaliseren. De pleistermortel wordt opgebracht en na het opstijven met een rei "vlak en - bij verticale vlakken - te lood" weggestreken. Er blijft dan een vlakke enigzins ruwe laag over, de raaplaag, met een dikte van 6 tot 10mm.
Raapwerk levert een gladde ondergrond voor vrijwel alles: sierpleister, verf, sausen, behangen of zetten van tegels.